Instructies
voor gebruik
Deze voorzetkamer is bedoeld om te worden gebruikt in combinatie met een doseerinhalator om aerosolmedicatie af te geven aan de longen van de patiënt.
Verwijder de doppen van de inhalator en de voorzetkamer. Schud de inhalator onmiddelijk voor gebruik volgens de instructies die bij de inhalator zijn geleverd.
MASKER: Plaats de inhalator in het achterstuk van de voorzetkamer. Breng het masker aan op het gezicht en zorg voor een effectieve afdichting.
MONDSTUK: Plaats de inhalator in het achterstuk van de voorzetkamer. Plaats het mondstuk in de mond en sluit uw lippen eromheen om een effectieve verzegeling te garanderen.
MASKER: Adem uit en druk eenmaal op de inhalator aan het begin van een langzame inademing.
MONDSTUK: Adem uit en druk eenmaal op de inhalator aan het begin van een langzame inademing. Inhaleer langzaam en diep door de voorzetkamer tot een volledige ademhaling is bereikt. Houd uw adem 5 to 10 seconden in voordat u uitademt. OF adem uit en druk eenmaal op de inhalator aan het begin van een langzame inademing. Adem 2 tot 3 seconden lang in en uit door de voorzetkamer en houd de lippen rond het mondstuk van de kamer.